Honden behoren van oudsher bij de mens. Welk land ter wereld je ook kijkt, overal lopen honden. Soms met de mens maar in ieder geval veelal op dezelfde plaatsen als de mens. Vroeger liepen in Nederland de honden los, bij, op of rond het erf. De meesten sliepen in de schuur of onder een wagen. Een enkeling haalde het tot aan de keuken. Socialisatie? nooit van gehoord! Gehoorzaamheidscursus? Nooit van gehoord! Hadden de honden het toendertijd slechter als tegenwoordig? Lees het hele artikel en oordeel zelf.”
Honden en hun werk
Honden werden vroeger niet voor de gezelligheid gehouden. Ze hadden een taak en moesten die ook uitvoeren. Rottweilers en bouviers werden gebruikt om de koeien te drijven, ze zijn sterker dan een herder en konden dus de koeien goed aan. Daarnaast waren het prima waak en verdedigingshonden, heel erfvast en heel waaks. Border collies is iedereen bekend wat die kunnen maar ook de diverse soorten herders werden gebruikt om het vee te hoeden. Evenals rottweilers en bouviers zijn ook herders uitstekende waak en verdedigingshonden. Venters die geen paard konden betalen hadden de hond onder de hondenkar. Zo zijn er nog talrijke voorbeelden van werkhonden. Honden dienden altijd een doel, ze lagen nooit bij de kachel. Ze liepen vrij rond, ze liepen ook maar zelden weg, daar hadden ze ook helemaal de puf niet meer voor na de gedane arbeid waren ze moe en gingen ze slapen.
statussymbool
Na verloop van tijd werden honden gekruist en gedekt op hun werkvermogen. Beter een goede sterke hond dan 2 wat mindere honden. 2 Honden kosten meer aan voer dan 1.Verschillende mensen gingen zich dus toeleggen op het fokken van honden. Naar aanleiding hiervan kwamen de rasstandaards. Doordat het fokken steeds professioneler wordt, worden de honden ook steeds duurder. De hond werd op deze manier een statussymbool. Er kwamen wedstrijden voor de mooiste honden en het uiterlijk werd belangrijker dan het werkvermogen.
Betere tijden
In het begin waren het de welgestelden die zich een hond konden veroorloven zonder dat ze werk voor hem hadden, duurdere honden werden binnengehouden uit angst dat ze weg zouden lopen. men kreeg in de gaten dat de hond ook echt een vriend kan zijn Veel mensen kregen het steeds beter en zoals dat vaak gaat met statussymbolen wer de vraag naar honden groter. Als de vraag groter wordt kan het aanbod niet achterblijven en langzaam begon dus de handel in honden.
Geen werk versus probleemgedrag
heden ten dage hebben veel mensen een hond. Vaak uitgezocht op een leuk kopje of leuk karakter. Veel werkhonden leven in huis. Baasje en het vrouwtje werken of zijn met andere dingen bezig. De hond wordt uitgelaten, er wordt mee gewandeld, soms kleine stukjes, soms lange stukken. Hij mag rennen, als hij geluk heeft een poosje spelen met andere honden en hij mag overal mee naar toe. Echter hetgeen hij het liefst doet WERKEN ontbreekt er heel vaak aan met probleemgedrag als gevolg.
Vroeger en nu
Vroeger hadden de honden veel meer vrijheid dan tegenwoordig. Opgesloten zitten als het baasje weg moet. Wandelen als het het baasje uitkomt. Verder daags bij de kachel liggen. Daar tegenover staat betere medische verzorging, beter eten en meer persoonlijke aandacht.
Ik ben benieuwd voor welke de hond zou kiezen als hij een keus had.
