Wil jij weten hoe groot de allergrootste vis is, of hoe de aller lelijkste vis er uit ziet? Lees dan gauw dit artikel! Vissen zijn er in alle soorten en maten. Alle vissen behoren tot de gewervelde dieren die in het water leven. Veel vissen ademen door kieuwen. Maar er zijn ook vissen die net als wij longen hebben. Sommige dieren die in het water leven lijken op vissen maar zijn het niet, zoals de walvis. Anderen zijn vis, maar hebben meer weg van een slang (de aal), een steen (de steenvis) of een miniatuur paardje (het zeepaardje). Kortom: je hebt vissen in vele varianten. Er bestaan maar liefst meer dan 31.000 soorten, onderverdeeld in 500 families. En nog steeds worden er nieuwe soorten ontdekt. We kunnen deze natuurlijk niet allemaal hier bespreken. In dit eerste deel van de serie over bijzondere beesten stellen we jullie voor aan de recordhouders onder de vissen.
De oudste vissoort
De oudste nog levende vissoort is de Coelacanth (Latimeria). Tegenwoordig is de Coelacanth een flinke vis van zo’n 1.80 meter lang. Maar vroeger zou hij kleiner zijn geweest. De Coelacanth is als soort al miljoenen jaren oud. Terwijl de dinosauriërs op het land vochten om hun voortbestaan, zocht de Coelacanth onverstoord zijn kostje bij elkaar in de prehistorische wateren. In onze moderne tijd dacht men dat deze oeroude soort al lange tijd was uitgestorven. Tot in 1938 ene Hendrik Goossen een merkwaardige vis in zijn netten vond. De conservatrice van het Natuurhistorisch Museum van Oost-Londen (Zuid Afrika), Marjorie Courtenay-Latimer, vermoedde dat het hier om een Coelacanth ging. Dit werd later door de Ichtyoloog (vissendeskundige) James-Leonard Brierly Smith bevestigd. De Coelacanth, ook wel ‘levend fossiel’ genoemd, dankt zijn naam aan de conservatrice: Latimer.
De grootste zoetwatervis
Een van de grootste vissen die in zoet water leeft is de Arapaima (Arapaima gigas). Deze vis komt in het wild alleen voor in Brazilië en kan wel 3 meter lang en 200 kilo zwaar worden. De Arapaima komt om de 10 tot 20 minuten even boven water om naar adem te happen. Soms pakt hij daarbij een vogeltje, als aanvulling op zijn reguliere dieet. Dit dieet bestaat voornamelijk uit andere vissen. Het leven direct onder het wateroppervlak maakt deze gigant wel kwetsbaar voor harpoenen en ander vistuig. De soort wordt dan ook bedreigd door overbevissing. De Arapaima wordt niet alleen gevangen vanwege zijn vlees. Zijn schubben worden door de plaatselijke bevolking soms gebruikt om sieraden van te maken.
De grootste zoutwatervis
De grootste zoutwatervis is niet, zoals sommigen zullen denken, de walvis. In tegenstelling tot wat zijn naam suggereert, is de ‘wal’-‘vis’ eigenlijk een ‘water’-‘zoogdier’. Om de verwarring compleet te maken: de allergrootste vis die onze oceanen bevolkt is de walvishaai. En dit is dan weer geen walvis, maar een haai en dus een vis. En wat voor één! De walvishaai (Rhincodon typus) wordt gemiddeld 8 meter lang. Maar er zijn er gevonden die wel 15 meter waren. Zo’n kolos weegt maar liefst zo’n 15.000 kilo! Je hebt dus een enorm visnet en flink wat paardenkrachten nodig om zo’n jongen (of meisje, want de vrouwtjes zijn gemiddeld het grootst) naar boven te halen. Maar beter is het ze met rust te laten. Ook deze soort wordt helaas met uitsterven bedreigd. Er zijn er nog maar ongeveer 1000. Toch wordt er nog steeds op deze bijzondere dieren gevist. Buiten de mens heeft de walvishaai geen natuurlijke vijanden. En ondanks zijn 3000 tanden eet deze vriendelijke reus zelf voornamelijk kleine dieren en plankton.
De zwaarste vis
De walvishaai is een zogenaamde kraakbeenvis en breekt onder deze klasse alle records. De meeste vissen (95%) zijn echter beenvissen. En de allerzwaarste onder deze jongens is de maanvis (Mola). Het klinkt ongelooflijk, maar deze vis kan wel een ton wegen! En dit terwijl hij gemiddeld ‘maar’ zo’n 1.80 meter groot wordt. Zo’n vis kan natuurlijk alleen zo zwaar worden door gigantische hoeveelheden en enorme stukken vlees te eten. Niets is minder waar. De maanvis leeft van kwallen, kleine visjes en plankton. Dit relatief eenvoudige dieet is bijna overal te vinden. De maanvis heeft dan ook een groot leefgebied. Je kunt hem vinden in alle oceanen, maar het meest in gematigde en tropische wateren. Ook op de Nederlandse stranden wordt wel eens een maanvis gevonden. Zo spoelde in 1989 in Schoorl aan Zee een mannetje aan van 200 kilogram.
De kleinste vis
Voor het allerkleinste visje van de wereld heb je geen groot net, maar een flinke loep nodig. Zijn omvang mag gering zijn, zijn naam wekt een behoorlijke indruk: de Paedocypris progenetica. Een volwassen exemplaar wordt slechts 7,9 millimeter lang. Tot de vondst van de kleinste soort kikker, de Paedophryne amauensis (7 millimeter), was het ook het kleinst bekende gewervelde dier. De Paedocypris progenenetica is familie van de karper en leeft op Sumatra in moerassig overstroomd bosgebied. Hun extreem kleine formaat zou hen helpen te overleven in de kleine poeltjes water, die in tijden van extreme droogte overblijven.
De lelijkste vis?
Goed, schoonheid is natuurlijk een kwestie van smaak. Maar ik wilde jullie deze niet onthouden: de blubbervis, ook wel blobvis genoem. Hij ziet er uit als een grote klodder opgedroogd roze-wit slijm van ongeveer 30 centimeter doorsnede. In het midden van deze klodder prijkt een uiterst droevige mond, die er merkwaardig menselijk uit ziet. Half over deze mond bungelt de neus: een kleiner klodderdeeltje in dezelfde roze kleur. Deze neus ziet er uit alsof de vis permanent verkouden is. Als kers op de pudding heeft iemand twee krenten in het beestje gedrukt. Met dit armetierige alternatief voor de spiegels van de ziel kijkt dit wezen je aan alsof zijn laatste uur geslagen heeft. En dat zou wel eens heel waar kunnen zijn. Ondanks dat deze vis diep onder water leeft (zo’n 900 meter diep), raakt hij regelmatig verstrikt in de netten van krab- en kreeftvissers. Ook deze soort wordt daardoor met uitsterven bedreigd.
Ten slotte nog dit: de vis die in Nederland het meest gegeten wordt, het zal je misschien niet verbazen, is de haring. In tegenstelling tot wat veel mensen denken, eten we haring niet helemaal rauw. Het is zelfs bij wet geregeld dat de haring eerst minstens 24 uur moet zijn diepgevroren voordat hij ter consumptie wordt aangeboden. Van het eten van rauwe haring, ook wel ‘groene haring’ genoemd, kan je allerlei nare verschijnselen krijgen. Dit als gevolg van de haringworm: een parasiet voor haringen. De haring moet dan ook op een speciale manier worden geprepareerd, of, zoals dat bij haringen heet: gekaakt. De ingewanden en kieuwen van de vis worden verwijderd, met uitzondering van de alvleesklier. De enzymen in de alvleesklier laten de vis ‘rijpen’. Door de vis meer of minder te zouten wordt dit rijpingsproces geregeld. Er is dus wel degelijk iets met de haring gebeurd, voor hij op je bordje beland. Iets meer dan een snufje zout behoeft de kogelvis. In Japan en Korea wordt deze vis beschouwd als een delicatesse. Hij is echter uiterst giftig. De giftige delen kunnen worden verwijderd, maar een fout is snel gemaakt. Koks die deze vis bereiden moeten hiervoor dan ook een speciaal diploma hebben. Maar ook dan gaat het nog wel eens mis. In Japan zouden er volgens de cijfers per jaar zo’n 6 mensen sterven aan dit lekkere hapje. Ik zou zeggen: eet smakelijk!