Voor het besturen van organisaties binnen de bedrijfseconomie is het dpm (duurzaam productie middel) zeer belangrijk. Hierover meer in het artikel.
Duurzaam productie middel
Een duurzaam productiemiddel (dpm) is een productiemiddel dat meer dan één productieproces meegaat. Voorbeelden van duurzame productiemiddelen zijn gebouwen, machines, kantoormeubelen en computers. Een duurzaam productiemiddel kunnen we zien als een voorraad prestaties (voorraad werkeenheden). Als bijvoorbeeld een taxibedrijf een nieuwe taxi koopt, krijgt het ineens de beschikking over een groot aantal kilometers (= voorraad werkeenheden). Door het gebruik van de taxi zal het aantal kilometers dat in de toekomst met de taxi kan worden gereden, afnemen. Met andere woorden, door het gebruik van het dpm neemt de voorraad werkeenheden af. Bij een machine zal de voorraad werkeenheden en het verbruik berekend worden in machine-uren. De kosten in verband met het gebruik van een duurzaam productiemiddel maken deel uit van de kostprijs van het product. De kosten van het dpm berekenen we per werkeenheid en ze bestaan uit:
– complementaire kosten
– vermogenskosten
– afschrijvingskosten
Complementaire kosten
Om een dpm te kunnen gebruiken, moeten er naast de kosten van het dpm zelf nog aanvullende kosten worden gemaakt. Dit noemen we complementaire kosten. Bij het gebruik van bijvoorbeeld een taxi bestaan de complementaire kosten uit het loon van de chauffeur, de brandstofkosten en de kosten van onderhoud en reparaties. In het algemeen geldt dat de complementaire kosten stijgen naarmate het dpm ouder wordt.
Vermogenskosten
Door de aanschaf van een dpm wordt door de onderneming een groot bedrag geïnvesteerd. Bij de berekening van de kosten van een werkeenheid moeten we rekening houden met de vermogenskosten over het gemiddeld in het dpm geïnvesteerde gedrag. Daarbij is het niet van belang of de investering is gefinancierd met eigen of vreemd vermogen.
Afschrijvingskosten
De gelduitgaven in verband met de aanschaf van duurzame productiemiddelen vinden plaats aan het begin van de levensduur van de duurzame activa. Een dpm wordt geruime tijd in de onderneming gebruikt. Tijdens de levensduur van het dpm neemt de waarde ervan af door het gebruik en/of door de tijd. Zo zal de waarde van een auto lager zijn naarmate hij ouder is en er meer kilometers mee zijn gereden. Het bedrag dat we ten laste van het resultaat brengen in verband met de waardedaling van duurzame productiemiddelen noemen we afschrijvingskosten. Voor de berekening van de kosten per werkeenheid verdelen we de totale waardedaling van het dpm over de totale productieomvang tijdens zijn levensduur. Daarvoor moeten we de levensduur van het dpm vaststellen.