We weten heel goed dat we vaak voor onszelf een raadsel zijn. We vergeten soms belangrijke dingen, kunnen jarenlang last hebben van nachtmerries of in een depressie raken. Ons geestelijk leven is soms heel labiel. Hoe ziet ons bewustzijn eigenlijk in elkaar? Freud had er wat over te zeggen: het onbewuste is vaak machtiger dan het bewuste.
Repressie
Volgens Sigmund Freud ontstaat het onbewuste door het wegdrukken van het bewuste. Wat we meemaken en ervaren wordt door onze geest met grote kracht onderdrukt. Dit onderdrukte was voor hen het belangrijkste deel van het onderbewustzijn, omdat hier de traumatische ervaringen van een mens konden worden opgespoord. Er was veel werk nodig om onderdrukte herinneringen weer bewust te maken. Daarnaast was er ook nog het onbewuste dat niet verbonden was met negatieve ervaringen. Dat onbewuste noemde hij latent bewust: daar kon je met enige inspanning wel bij.
De terminologie van Freud werkt dus zo:
Het latent bewuste noemde hij het voór-bewuste.
Het onderdrukte bewuste noemde hij het onder-bewuste
Weerstand
Een van de belangrijkste ontdekkingen van Freud komt zomaar uit de werkkamer, uit zijn ervaringen met patiënten. Tijdens zijn analytische gesprekken kwam hij erachter, dat hij kon ontdekken wanneer iemand ervaringen en herinneringen had onderdrukt. Als iemand zich verzette tegen een poging ergens over te praten, dus weerstand bood tegenover de analist, dan was dat vaak een aanwijzing van een onderdrukte herinnering dus van het onderbewuste.
Het dynamische model
Met het onderscheid tussen het bewuste en de twee vormen van het onbewuste (het latente voórbewuste en het onderbewuste) kon Freud nu een dynamisch model ontwerpen van onze geest. Er bleven echter nog vele vragen over. Het dynamische model gaat ervan uit dat het bewuste en het onbewuste op elkaar inwerken. Alles wat we bewust waarnemen met onze zintuigen of van binnen voelen, hoort bij het bewuste. Maar hoe zit het nu met onze gedachten?
Freud meende:
“Onze gedachten zijn bewegingen van mentale energie die ergens in het binnenste van de geest te lokaliseren zijn wanneer deze energie onderweg is om omgezet te worden in een of andere activiteit.”
Dan wordt dit de interessante vraag: beweegt in deze energie zeer om zo te zeggen naar boven om dan zichtbaar te worden voor het bewustzijn? Of “kijkt” het bewustzijn naar binnen om te zien wat er gaande is? In het eerste geval is het bewuste product van de bewegingen van de mentale energie. In het tweede geval is het bewustzijn zelf een kracht die in staat is zich naar iets toe te bewegen. Freud meende dat geen van beide oplossingen acceptabel zijn. Je moet op een andere manier verschil maken tussen een gedachte dat is iets wat latent bewust is, en een onderdrukte emotie of het onderbewuste.
De rol van de taal
Freud meende dat het niet zinvol is om de vraag te stellen: “hoe komt iets in het bewustzijn?” Een betere vraag was hoe komt iets in het vóórbewustzijn?
Het onderbewuste is een energie rondom iets dat onbekend blijft, maar het voor bewuste heeft een samenhang met beelden en woorden.Iets wordt latent bewust op het moment dat het een verband krijgt met beelden en woorden. Wie het onderbewuste wil leren kennen, moet dus proberen de woorden en beelden te onderzoeken die in de geest aanwezig zijn. Het ideaal is om de onderdrukte herinneringen en emoties van het onderbewustzijn weer te verbinden met de taal, om dan vervolgens dit latent bewuste hard op te leren uitspreken zodat we ons er opnieuw van bewust worden.