Economen onderscheiden verschillende soorten werkloosheid. Elke soort werkloosheid heeft zo zijn eigen oorzaak. Hieronder staan de vier soorten uitgelegd.
1. Conjuncturele werkloosheid
Dit is werkloosheid die ontstaat doordat mensen te weinig producten kopen. Het gevolg hiervan is dat bedrijven minder verkopen en dus minder produceren. Als bedrijven de productie verkleinen, zullen ze waarschijnlijk mensen ontslaan. Conjuncturele werkloosheid is dus werkloosheid die ontstaat door het tekortschieten van de vraag naar producten en diensten.
2. Structurele werkloosheid
Dit is werkloosheid die ontstaat door een verandering in de productiestructuur. Met productiestructuur wordt in dit geval bedoelt hoe de productie in een bedrijf of land is georganiseerd. Dit zijn een aantal voorbeelden van structurele werkloosheid:
– Een bedrijf gaat automatiseren of mechaniseren. Hierdoor wordt werk dat eerst door mensen werd gedaan, nu door machines uitgevoerd.
– Werknemers worden te duur door hoge lonen. Op het moment dat loonkosten te veel stijgen, zullen bedrijven automatiseren, of ze zullen de productie verplaatsen naar het buitenland.
– Gebrek aan scholing of mobiliteit.
3. Frictiewerkloosheid
Als je klaar bent met een opleiding, duurt het meestal even voordat je bij een bedrijf aan de slag kunt. In de tussenliggende periode ben je werkloos. Ook als je stopt met een baan en op zoek bent naar een andere baan kun je tijdelijk werkloos zijn. In beide gevallen spreken we van frictiewerkloosheid.
4. Seizoenswerkloosheid
Dit wordt veroorzaakt doordat sommige bedrijven in het ene seizoen meer produceren dan in het andere. Denk bijvoorbeeld aan pretparken en campings.